Allergieën bij honden
Atopische dermatitis (AD) is een van de meest voorkomende huidziekten bij de hond. 10 tot 15% van de honden zou allergisch zijn. AD is een aandoening van overgevoeligheid die wordt veroorzaakt door omgevingsfactoren (allergenen) zoals huisstofmijt, pollen, schimmel of door voedsel. Onlangs zijn voedselallergieën, die zich onder hetzelfde klinische aspect uiten, zowel bij de hond als bij de mens geclassificeerd onder de algemene naam "atopische dermatitis bij de hond".
Pathologisch mechanisme
AD Sensibilisatie bij honden gebeurt hoofdzakelijk transcutaan, d.w.z. dat de agentia op de huid blijven en door de huid worden geabsorbeerd. De huid speelt dus een rol als fysische barrière, die uiterst belangrijk is bij sensibilisatie. De allergenen die deze fysieke barrière passeren, worden opgevangen door de cellen van het immuunsysteem (Langerhans-cellen). Deze cellen activeren de afweerreactie en maken het mogelijk dat chemische mediatoren vrijkomen die huidontsteking en jeuk veroorzaken.
Klinische tekenen
De ernst van de klinische verschijnselen varieert van geval tot geval. De eerste symptomen verschijnen gewoonlijk tussen 6 maanden en 3 jaar. Jeuk (jeuk van de huid die zich uit door krabben, bijten, likken) is het dominante symptoom van allergie. Externe otitis media wordt vaak gezien. Vaak merkt men een bijkomende infectie door bacteriën en/of ziektekiemen (schimmels). Diagnose Momenteel is er geen onfeilbare methode om atopische dermatitis te diagnosticeren.
De diagnose
is daarom gebaseerd op klinische aspecten, voorgeschiedenis, uitsluiting van andere ziekten met jeuk (inclusief voedselallergie), behandelingsreacties. Allergietests, intracutane tests of bloedonderzoek zijn alleen nuttig om de allergenen te bepalen waarvoor de hond overgevoelig is en dus om een specifieke behandeling (desensibilisatie) vast te stellen. Helaas kan met deze tests geen voedselallergie worden vastgesteld.
Behandelingen
Op dit moment is er geen definitieve genezing voor AD.
Het doel is dus de ziekte onder controle te krijgen en vooral te voorkomen dat zij overgaat in een chronisch karakter.
Beheer van de patiënt en de omgeving :
Eliminatie van allergenen (vaak onmogelijk om perfect te bereiken).
Handhaving van de integriteit van de huidbarrière (huidverzorging, kwaliteitsvoeding,...).
Vermindering van geassocieerde infecties (ziektekiemen en bacteriën)
Crisisbeheer (controle van jeuk en infecties)
Antibiotica, antischimmelmiddelen (indien nodig)
Anti-allergica (cortisone, glucocorticoïden die met voorzichtigheid worden gebruikt bij een crisis, kunnen goed worden verdragen door honden)
Beheersing van de ziekte om crises te voorkomen
Anti-allergische medicijnen (cortisone, cyclosporine...)
Specifieke immunotherapie (desensibilisatie)
Aangepast dieet (voeding " gevoelige huid ")
Een shampoo die aan de ziekte is aangepast: in tegenstelling tot wat men denkt, kunnen honden met dermatologische problemen vaak worden gewassen.
Dit artikel is geschreven in samenwerking met Dr. Jacques Fontaine. (www.dermatovet.be)