Hondenvoerallergie is een niet-seizoensgebonden allergie die wordt gekenmerkt door pruritus en sterke huidlaesies, vergelijkbaar met die welke bij atopische dermatitis bij honden voorkomen. Een hondenvoerallergie treedt vaak plotseling op na maanden of zelfs jaren het gebruikelijke voedsel te hebben gegeten. De jeuk kan het hele lichaam treffen of beperkt blijven tot bepaalde gebieden (oren, gezicht, vingers, oksels, liezen, buik en perianale streek). Otitis externa kan het enige zichtbare klinische teken zijn bij de hond. Een ander belangrijk teken is een ontsteking van de anusrand: anitis. Bij honden kan voedselallergie gepaard gaan met gastro-intestinale verschijnselen (diarree, braken).
De voedingsmiddelen die het vaakst in verband worden gebracht met voedselallergie variëren naar gelang van de voedingsgewoonten, maar de belangrijkste allergenen zijn vlees (rundvlees, lamsvlees, kip, eieren, soja, zuivelproducten en tarwe).
De enige betrouwbare methode om voedselallergie vast te stellen is een strikt en exclusief vermijdingsdieet (huishoudelijk of commercieel met geselecteerde of sterk gehydrolyseerde eiwitten) gedurende +/- 8 weken. Het bestaat erin de gebruikelijke voeding van de hond te vervangen door een voedingsmiddel waarmee hij nooit in aanraking zou zijn gekomen en waarvoor hij niet gesensibiliseerd zou mogen zijn. De diagnose zal pas worden bevestigd na een systematische herinvoering van verschillende eiwitten om hun allergeen vermogen vast te stellen.
Onlangs is een nieuw instrument ontwikkeld om de dierenarts te helpen bij de keuze van het ideale dieet voor de diagnose: de Cyno-DIAL®-test. Het wordt uitgevoerd door bloedmonsters te nemen en is gebaseerd op een moleculair-biologische methode: de immunoblot. Deze serumtest spoort de aanwezigheid op van IgE-antilichamen die specifiek zijn voor elk allergeen eiwit (sensibilisatie) in de verschillende voedselbereidingen.