Oormijt (oormijt, otodectische mijt) komt voor bij honden, katten en fretten. De uitwendige gehoorgangen worden binnengedrongen door parasieten van Otodectes cynotis die minder dan 1 mm lang zijn. De parasieten (Otodectes cynotis) voeden zich met oorsmeer en dode cellen.
De diagnose is gebaseerd op het klinische uiterlijk:
- Overvloedig droog bruinzwart oorsmeer (sommige katten hebben echter geen overmatige afscheiding)
- Oorsuizingen
- Zelden: excoriaties en korstjes bij de oorschelpen. Deze laesies kunnen worden veroorzaakt door krabben en soms door besmetting van de huid
Onderzoek van de gehoorgangen met een otoscoop of videoscoop en microscopisch onderzoek van het oorsmeer kunnen de Otodecten zichtbaar maken
Plaatselijke behandeling, het aanbrengen van bepaalde systemische spot-on producten of, bij honden, het gebruik van bepaalde antiparasitaire tabletten, kunnen oorschurft genezen. Er is geen sprake van chronische, terugkerende oorschurft, tenzij de hond, kat of fret opnieuw geïnfecteerd raakt door contact met een aangetast dier of als de behandeling niet succesvol is geweest. Aanbevolen wordt alle dieren die in contact komen met deze parasieten te behandelen, de gehoorgangen te reinigen met doeltreffende producten met een lage ototoxiciteit en de oren na de behandeling te controleren om te voorkomen dat parasieten worden overgedragen
Oormijt is zeer besmettelijk van dier op dier, maar er is nog nooit een geval van besmetting van dier op mens beschreven